Raadhuis
Het oude gemeentehuis van Oirsbeek lag op de plek waar in 1938-1939 het door architect
Willem Peter Winand Schelberg uit Sittard ontworpen raadhuis is gebouwd. Het oude pand deed zowel dienst als schoollokaal, onderwijzerswoning en gemeentehuis en was in 1844-1845 gebouwd door timmerman J. Joseph Knooren uit Schinveld.
Verbouwing tot gemeentehuis
In 1888 werden het schoollokaal en de onderwijzerswoning verbouwd door aannemer Bekkers uit Sittard waarna het hele pand dienst deed als gemeentehuis. Het oude gemeentehuis had aan de voorzijde twee toegangsdeuren. Wie door de rechtse toegangsdeur naar binnen ging, kwam in de vestibude (gesloten gedeelte tussen de straat en de kamers, een soort wachthal dus). Wie in de vestibude rechts door de deur ging, kwam uit in de secretarie. Wie rechtdoor liep, kwam in de raadskamer uit. Achter de linkse toegangsdeur was een lange gang welke toegang gaf tot twee kamers; een kamer aan de voorzijde (linkse raam) en een kamer aan de achterzijde. De gang leidde ook naar de achter het pand in 1888 bijgebouwde keuken met daarachter een bakoven en privaat (wc) en daarachter weer een stal. Het privaat bestond uit een houten plank met een gat erin en daaronder een beerput. Zoals dat in die tijd nog gebruikelijk was, kon met het privaat alleen bereiken via de achtertuin.
De eerste verdieping van het gemeentehuis bestond uit 5 kamers. Daarboven lagen 3 zolderkamers die bereikbaar waren via een vaste trap. Wie van het linker gedeelte naar het rechtergedeelte van het gemeentehuis wilde gaan, moest altijd via de straat (buitenom) gaan.
Huyn van Amstenrade
Op de voorgevel van het gemeentehuis was boven de toegangsdeur naar de secretarie en raadskamer in cement het wapen van de familie Huyn van Geleen en Amstenrade aangebracht met de tekst ANNO 1888. De Huyns van Geleen en Amstenrade waren in de 16e en 17e eeuw heer van Oirsbeek.
Het oude gemeentehuis werd later nog een keer verbouwd. De keuken, bakoven, privaat en stal die in het midden van de achtertuin stonden, werden afgebroken. Rechts werden een kolenhok en wc gebouwd en links een wc met daarachter twee bergruimtes.
Blikseminslag
Op 25 september 1894 sloeg de bliksem in het dak van de onderwijzerswoning. Op twee plaatsen in het dak werden de pannen zo hard losgeslagen dat ze een eind verderop in de straat lagen. Gelukkig ontstond er geen brand door de blikseminslag.
Afbraak
Uiteindelijk werd in juni 1938 begonnen met de afbraak van het oude gemeentehuis. Bij het afbreken van het laatste muurtje tussen de scheidingsmuur van het huis Boesten-Pijls en de secretarie stuitte aannemer Blezer uit Geleen in augustus 1938 op een geheime bergplaats. Daarin werden helaas geen voorwerpen van enige waarde gevonden. Kort daarna werd op de plek van het oude gemeentehuis een nieuw raadhuis gebouwd.
