top of page
O-000001c 600dpi 1910 Foto Wilms002.jpg

Sint Lambertuskerk

Wanneer de eerste kerk van Oirsbeek werd gebouwd is niet bekend. Wel is vóór 1273 al de naam van de pastoor van Oirsbeek bekend: Arnold van Haren. In de 13e of 14e eeuw was er al een stenen kerk.

​

In 1514 werd een nieuwe kerk en toren gebouwd. Deze kerk was in 1524 al groot genoeg voor 310 personen. Het was een gotische kerk met twee beuken en dus ook twee altaren. De toren en kerk werden opgetrokken met afwisselend brede mergelbanden en een laag baksteen, zogenaamde speklagen. De toren werd op last van de gemeente gebouwd.

​

Een nieuwe kerk in 1830
In de jaren 1827-1830 werd er een nieuw schip aan de kerktoren vast gebouwd. Om de stenen voor deze kerk te maken, moest men twee jaar lang 100.000 ‘tieghels’ (brikken) bakken. Bij de bouw van deze kerk hebben de Oirsbeekenaren zelf het meeste werk verzet, om de kosten zo laag mogelijk te houden. Vanuit de Oirsbeekse gehuchten kwamen de boeren met karren en paarden naar het kerkplein om de nieuwe kerk te bouwen. Het nieuwe schip werd opgebouwd als een waterstaatskerk (ook wel schuurkerk genoemd), een met financiële steun van de overheid gebouwde kerk.
In de nieuwe kerk werd een triomfboog aangebracht tussen het schip en lager koor. Deze werd later door de Oirsbeekse kerkschilders Deumens beschilderd met levensgrote taferelen uit het leven van de Heilige Gerlachus. Gerlachus wordt in Oirsbeek namelijk net als de Heilige Lambertus bijzonder vereerd. Er waren vijf taferelen op de triomfboog aangebracht; Gerlachus als ridder, Gerlachus zijn bekering, Gerlachus zijn boetedoening (hoedt het vee te Jeruzalem), Gerlachus als kluizenaar en Gerlachus sterft.
Bij de afbraak van de oudere kerk uit 1514 werden de stenen hergebruikt als omheining van het kerkhof. Het onderste deel van de nieuwe kerkhofmuur bestond hierdoor uit mergellagen en het bovenste deel uit brikken (stenen).

​

Grafsteen Rijksarchivaris Jos Habets
De in Oirsbeek geboren Rijksarchivaris Joannes Jozefus [Jos] Habets overleed op 22 juni 1893 in Maastricht. Hij werd pas een jaar later in Oirsbeek begraven. Op dinsdag 26 juni 1894 werd de vlakke grafsteen van hem gemetseld in de zuidoostelijke muur van het schip van de kerk uit 1830. Het graf zelf was omgeven door een eenvoudig ijzeren staketsel. De grafsteen bevindt zich momenteel bij de trappen naar de crypte.

​

Waterpoel op het Kerkplein
Tot 1914 lag op het kerkplein een waterpoel. Deze was eigendom van de gemeente en was ontstaan door de gemeentelijke verkoop van leem dat inwoners gebruikten voor het herstel van hun vakwerkhuizen. Daarnaast werd de poel gebruikt als drinkwater voor het vee en als voorziening voor bluswater. In 1914 werd de poel gedempt om Oirsbeek een fraaier aanzicht te geven.

Plaatsing van een torenuurwerk
In 1920 werd op de kerktoren een torenuurwerk aangebracht. Dit uurwerk werd aangeschaft met bijdragen van de Oirsbeekse parochianen. Een collecte in april van dat jaar bracht 1000 gulden op. Mensen konden voortaan vanuit de Dorpstraat duidelijk zien hoe laat het was. Echter een enkele jaren voor de plaatsing van het torenuurwerk liet de familie Beckers (eigenaar van de latere boerderij Corten in de Grachtstraat) een linde op de begraafplaats planten. Deze was dusdanig groot, dat de klok bij de ingang van de kerk helemaal aan het oog onttrokken was.

IJzeren kruis aan de kerkhofmuur
In juli 1908 werd naast de toegangspoort naar de kerk een fraai gietijzeren kruis op een hardstenen voetstuk tegen de kerkhofmuur geplaatst.

Een nieuwe kerk
Het schip van de St. Lambertuskerk uit 1830 werd in 1953 afgebroken waarna op dezelfde plek een nieuw schip werd gebouwd naar een ontwerp van architect Fredericus Petrus Josephus [Frits] Peutz uit Heerlen. Het schip werd gebouw als grafmonument voor de bouwpastoor Petrus Josephus Mathias Wolfs. De eeuwenoude toren uit 1514 bleef intact.


O-000002b-300dpi.jpg
bottom of page