Grachtstraat 19

Het pand Grachtstraat 19 was rond 1820 opgesplitst in twee woningen. De voorzijde werd bewoond door de uit Scherpenzeel (Duitsland) afkomstige Frans Theodoor Groswarth (Krotwaar) en echtgenote Joanne Marie Peters. Het achterste deel werd bewoond door handarbeider Pieter Leonard Mengelers, echtgenote Marie Gerturd Groswarth (dochter van Theodoor en Joanne Marie Peters) en hun kinderen zes kinderen. Op 11 april 1834 wordt zoon Pieter Jozef geboren. Hij blijft in zijn ouderlijk woonhuis wonen en trouwt op 27 september 1861 in Sittard met Joanna Catharina Meulenberg. In 1887 was een deel van de woning in gebruik als herberg want Pieter Jozef was toen herbergier van beroep. Samen met echtgenote Catharina Meulenberg kreeg hij 6 kinderen waaronder dochter Maria Elisabeth [Betje].

Op 8 februari 1907 trouwt Maria Elisabeth [Betje] Mengelers als vroedvrouw in Oirsbeek met landbouwer Hubertus Jozefus Zelissen. Zij kregen in datzelfde jaar nog een dochter, Maria Josephina Amalia [Immely] Zelissen. In 1908 werd aan Hubertus Jozefus Zelissen verlof verleend voor de verkoop van alcoholhoudende drank. De woning werd toen weer in gebruik genomen als herberg/café. In 1921 werd Hubertus Jozefus chef van het Gemeentelijk ElectriciteitsBedrijf (GEB) van de voormalige gemeente Oirsbeek. Hij bleef dit tot en met 1943.

Het echtpaar Zelissen-Mengelers kreeg vijf kinderen. Immely, Hub, Vic, Zef en Gerda.
Het gezin Zelissen-Mengelers was een bekend gezin in Oirsbeek. Moeder Betje was namelijk gedurende vele jaren wiesvrouw (vroedvrouw) in Oirsbeek en omgeving. Zoon Vic werd gemeentesecretaris van Oirsbeek en dochter Gerda nam het beroep van haar moeder over. Zij werd vroedvrouw in Schinnen en omgeving.

In 1968 werd het woonhuis aangekocht door de familie Oirsbons. Zij voerden een verbouwing uit waarbij de oude schuur vervangen werd door een nieuwe aanbouw.

In 1999 werd het woonhuis in gebruik als kantoorpand van een onderneming in financiële diensten.